RSS

001: De vechtsport van de rationaliteit

18 Nov

Ik gebruik vaak de metafoor dat rationaliteit de oosterse vechtkunst is van de geest. Je hebt geen grote, opbollende spieren nodig om een vechtkunst te leren – er is een tendens naar meer atletische mensen die eerder een vechtsport zullen leren, maar dat kan een zaak van plezier zijn als van iets anders. Sommige menselijke wezens zijn gewoon sneller en sterker dan anderen; maar een vechtsport traint niet het verschil tussen mensen. Een oosterse vechtsport traint enkel je spieren – als je de menselijke universele complexe machines van een hand hebt, met pezen en spieren in de juiste plaats, dan kan je leren om een vuist te maken.

Hoe kan je een verschil trainen? Wat betekent het om +2 standaard verschil in spieren te hebben? Het is even onduidelijk wat het zou betekenen om een IQ van 132 te trainen.

Maar als je hersenen hebt, met corticale en subcorticale gebieden in de juiste plaatsen hebt, dan kan je misschien wel leren om het juist te gebruiken. Als je een snelle leerling bent, kan je het mogelijk sneller leren – meer de kunst van de rationaliteit gaat daar niet over, het gaat over de machinerie van je hersenen trainen, iets wat we allemaal gemeenschappelijk hebben.

Helaas, onze geesten reageren minderen snel op onze wil dan onze handen. Spieren zijn evolutionaire oude onderwerpen van neurale controle, terwijl ons cognitief nadenken een veel recentere innovatie is. We zouden niet verbaasd moeten zijn dat onze spieren gemakkelijker te gebruiken zijn dan onze hersenen. Maar het is niet verstandig om het laatste te verwaarlozen omdat het moeilijker is. Het is niet door grotere spieren dat de mens prominent werd op aarde.

Als je in een stedelijke omgeving woont, hoef je waarschijnlijk niet zo ver te gaan om een dojo voor vechtsporten te vinden. Waarom zijn er geen dojo’s die rationaliteit aanleren? Een reden, waarschijnlijk, is dat het moeilijker is om vaardigheid te verifiëren. Om een level naar omhoog te gaan in Tae Kwon Do, moet je misschien een bord van een zekere wijdte breken. Als je daarin slaagt, kunnen al de omstanders het zijn en applaudisseren.  Als je faalt kan je leraar zien hoe je een vuist maakt en controleren of je het wel correct doet. Als dat niet het geval is, houdt de leerkracht een hand uit en maakt een correcte vuist, zo dat jij kan zien hoe je het moet doen. In vechtsportscholen zijn spiertechnieken verfijnd en ontwikkeld over generaties tijd. Rationaliteitstechnieken zijn moeilijker om over te leveren, zelfs met de meest gemotiveerde student. Het is moeilijker om indrukwekkende publieke voorstelling van rationaliteit te geven. Dit kan gedeeltelijk uitleggen waarom er nog geen dojo’s voor rationaliteit zijn.

Zeer recent – in de laatste paar decennia – heeft de menselijke soort een grote hoeveelheid van nieuwe informatie over menselijke rationaliteit geleerd. HEt meest in het oog springende voorbeeld zou het heuristieke en vooroordelen programma in experimentele psychologie zijn. Er is ook de Bayesiaanse systematisering van waarschijnlijkheidstheorie en statistiek; evolutionaire psychologie, sociale psychologie. Experimentele onderzoeken van empirische menselijke psychologie en theoretische waarschijnlijkheidstheorie om te interpreteren wat onze experimenten onz vertellen en evolutionaire theorie om de conclusies uit te leggen. Deze velden geven ons nieuwe focuslenzen waardoor we het landschap van onze eigen geest kunnen zien. Met hun hulp, kunnen we mogelijks klaarder de spieren van onze eigen hersenen zien, de vingers van het denken terwijl ze bewegen. We hebben een gedeelde woordenschat waarin we problemen en oplossing kunnen beschrijven. De mens zou mogelijks eindelijk klaar kunnen zijn om de vechtkunst van de geest te synthetizeren: verfijnen, delen, systematizeren en technieken van personele rationaliteit overbrengen.

Zo’n begrip dat ik heb van rationaliteit, heb ik verkregen in de loop van worstelen met de uitdaging van Algmene Artificiële Intellegentie (een onderneming die, om eigenlijk te slagen, een behoorlijke beheersing van rationaliteit nodig heeft om een complete werkende rationalist te bouwen van tandenstokjes en elastieken). In de meeste manieren vraagt het AI probleem enorm veel meer dan de persoonlijke kunst van de rationaliteit, maar op sommige vlakken is het eigenlijk gemakkelijker. In de vechtsport van de geest moeten we de realtime procedurale vaardigheid van de juiste hendels op de juiste tijd op een grote, pre-existentiale denkende machine wiens ingewanden niet eindgebruikermodifieerbaar zijn, in te drukken. Een deel van de machinerie is geoptimaliseerd voor evolutionaire selectionele druk die direct tegen onze vastgestelde doelen ingaat bij het gebruik daarvan. Opzettelijk hebben we beslist dat we enkel de waarheid willen zoeken; maar onze hersenen hebben een vaste bedrading om leugens te ondersteunen. We kunnen proberen om te compenseren voor wat we kiezen als gebreken van de machinerie zien, maar we kunnen niet echt het neurale circuit opnieuw herbedraden. Evenmin mag een beoefenaar van een vechtsport zijn titanium over zijn beenderen plaatsen. Niet vandaag, in elk geval.

Proberen de persoonlijke kunst van de rationaliteit te synthetiseren, gebruik makend van de wetenschap van de rationaliteit kan raar lijken: Beeld u in dat u probeert een vechtsport uit te vinden gebruik makend van een abstracte theorie van de fysica, speltheorie en menselijke anatomie. Maar mensen zijn niet nadenkend blind; we hebben een aangeboreninstinct voor introspectie. Het binnenste oog is niet zichtloos; maar het ziet wazig; met systematische vervormingen. We moeten, dan, de wetenschap bij oneze intuities toepassen, de abstracte kennis om onze mentale bewegingen te corrigeren en onze metacognitieve vaardigheden verhogen. We schrijven geen computerprogramme om een marionet vechtsporten te laten uitvoeren; het is onze eigen mentale ledematen die we moeten bewegen. Daaro moeten we de theorie met de praktijk connecteren. We moeten zien wat de wetenschap betekent voor onszelf, voor ons dagelijks innerlijke leven.

En we moeten, voor al het andere, uitvinden hoe we met die vaardigheden moeten communiceren; wat geen zaak is voor enkel vastgestelde verklaringen. Beoefenaars van vechtsporten vechten met lkaar, voeren standaard vormen uit, worden bekeken door hun leerkrachten. Calculus studenten doen hun huiswerk en controleren hun antwoorden. Olympische lopers proberen continu om hun vorige beste tijd te verbeteren, gemeten door een stopwatch.

Hoe procedurale vaardigheden van rationaliteit over te brengen of hen te meten is waarschijnlijk het grootste probleem dat tussen de mens en rationaliteitdojo’s staat – ten minste, het is het deel van het probleem dat me het meest versteld doet staan. Ondertussen geef ik les. Dus heeft iemand nog ideeën?

 

Tags: ,

Leave a comment